Selecteer een pagina

Ik zit in een leeg lokaal, de kinderen zijn zojuist de deur uitgelopen. Na enkele enthousiaste opmerkingen als ”Fijne vakantie, Meneer”, “Tot volgende week maandag” en “Bedankt” dwalen mijn gedachten af. Kijkend naar een hoop lege stoelen, wat hoopjes zand en papier op de grond en een verdwaalde liniaal tegen de plint denk ik aan mijn klas. De kinderen stromen ondertussen naar de kapstok en naar buiten en zoeken hun ouders op. Ze lopen met (of zonder) ouders naar huis om te genieten van een welverdiende vakantie. En wat hebben ze die verdiend, we tellen negen weken op school en ik heb ze elke week zien groeien. Ondertussen staan er alweer twee ouders te wachten op de gang buiten de klas. Ik heb een gesprek met hen over hun zoon, een nieuwe leerling die in ingestroomd bij ons op school. Het wordt een fijn gesprek dat weet ik nu al, want het gaat goed met hem.

Denkend aan de kinderen in mijn klas, het bezoek dat ik zo nog wil afleggen bij een leerling die met een hersenschudding thuis zit, de gesprekken die ik met ze gevoerd heb, en de uitdagingen die ze nog te wachten staan flitst er ineens iets door mijn hoofd. Een gedachte, of misschien zelfs wel een constatering. Het geeft me een goed gevoel, het maakt mij blij. In mijn hoofd draai ik afgelopen weken af. In die weken hebben we het nieuwe schooljaar opgestart, een nieuwe groep kinderen en ouders mogen verwelkomen, een boekpresentatie bijgewoond over ouderbetrokkenheid en ouderroutines, oudergesprekken gevoerd, een nieuw leerarrangement opgezet en zijn we met een nieuw werkplan begonnen. Dan heb ik het nog niet eens over onze ambities op team- en schoolniveau. Hard werken op Klinkers kun je wel als understatement of the century wegzettenToch voelt het goed. Wetende dat wij als team, elke dag weer ons onderwijs willen verbeteren voor onze kinderen en ouders levert ook energie op. Ik constateer een gevoel. Trots. Trots op onze school, mijn collega’s, de kinderen en ouders en de dialoog die wij met hen aangaan. Op Klinkers gaan we voor écht goed onderwijs en we betrekken de kinderen en ouders daarbij. We zijn daarin transparant en open, dit is zoals wij het doen. Vertrouwen is hierbij voor mij een sleutelwoord. We zeggen wat we doen, en doen wat we zeggen. Daar mogen jullie ons aan houden.

Verder mijmerend over de afgelopen weken kom ik tot de conclusie dat we meer eigenaarschap bij leerlingen gecreëerd hebben. In iedere unit op een eigen manier, dat was een mooie opbrengst uit de studiedag afgelopen maandag die we met het team hebben gevolgd. Iedere unit op zijn eigen wijze en tempo. Wij volgen, met collega’s van unit 3 en 4, een traject gericht op autonomie en verhoging van leerling motivatie. Dit heeft o.a. geresulteerd in een nieuw werkplan, waarbij kinderen meer ruimte krijgen om bijvoorbeeld aan eigen leerdoelen te werken. Hier werken ze aan naast de werktaken en instructies die ze van ons als leerkrachten krijgen. Die instructies hebben ze ook nodig om kennis en vaardigheden te ontwikkelen die ze nodig hebben om zelfstandig in onze samenleving te functioneren. Wij leren kinderen omgaan met hun talenten en belemmeringen, zodat ze zich als krachtige en zelfredzame mensen kunnen handhaven in de samenleving. Parate kennis is handig maar het moet wel betekenis hebben voor leerlingen, het moet toepasbaar zijn. Anders wordt inerte kennis, de welbekende betekenisloze rijtjes of woorden. Daarnaast ook het bewuster inzetten van het portfolio is een voorbeeld van eigenaarschap. Ik merk dit doordat leerlingen na een goede verwerking van een les dingen zeggen als “Dit ga ik in mijn portfolio doen, dit is echt goed bewijs”. Of zoals afgelopen donderdag, tijdens het samenwerken in een groepje “Meneer, kun je even foto’s maken van ons groepje. Dit is een mooi voorbeeld van goed samenwerken, dan kan dat in mijn portfolio”.

De afgelopen weken zijn onrustig geweest in onderwijsland. Tussen al het cito geweld door van o.a. RTL met hele ranglijsten of verplichte cito-toetsen voor rekenen in het VO. De lerarencongressen, en flitsende lerarenagenda’s vanuit OCW en de schrijnende debatten in de politiek over de referentieniveaus denk ik terug aan de mooie onderwijsweken. Het contrast kan haast niet scherper. Onze overheid die een score van de eind cito als doel heeft verheven. “Waar zijn we in godsnaam mee bezig?” denk ik dan. Van Meenen (D66) zei ook al zoiets van de week. “Echt knotsknettergek dat je als overheid naar 537 streeft als gem. Citoscore. Idiote maakbaarheidsgedachte”. Maar dan moet ik lachen, diep van binnen weet ik dat het zo toch niet werkt. Ik haal mijn schouders op in de wetenschap dat goed en betekenisvol onderwijs niet zit in ranglijsten, cijfers en uitslagen. Helaas denken ouders, overheden of besturen soms nog wel zo. Het zit hem in betrokkenheid van de leerkracht naar leerlingen toe, vertrouwen geven, ruimte voor de dialoog, vooraal veel laten oefenen, proberen en ervaren. En dit in zoveel mogelijk verschillende omgevingen. Doelen stellen en deze kenbaar maken aan leerlingen. Leerlingen uitdagen, prikkelen en verwonderen. Misschien tijd voor wat inzichten uit de onderwijspsychologie en onderwijskunde in het basisonderwijs betrekken? Binnenkort komt het nieuwe boek van Michael Fullan uit ‘Stratosphere‘. Waarin inzichten uit het verandermanagement, pedagogiek en psychologie worden gecombineerd. “No one would argue that Michael Fullan is committed and devoted to system change in education. His reputation as an expert in education, especially in change management and leadership, speaks for itself.” Hier word ik dan weer blij van.

Ik word blij van het goede doen en mogen doen met kinderen in de klas. Wanneer ik op dinsdag in de collegebanken zit in Utrecht passeren een hoop theorieën en onderzoeken de revue. Ik word blij als ik in ellenlange wetenschappelijke artikelen lees dat samenwerkend leren een groot effect heeft op leerprestaties. Net als het oefenen van metacognitieve vaardigheden bij kinderen zoals probleemoplossen, reflecteren en verbanden leggen. Ook heeft het oefenen van deze vaardigheden een positief effect op houding, motivatie en zelfvertrouwen. Relaties in de klas en de taakgerichtheid worden hier ook door vergroot. Dit is deels te verklaren doordat kinderen tijdens het samenwerken zelf dingen aan het uitleggen zijn. Het zelf uitleggen van zaken vergt al een behoorlijke mate van beheersing van een onderdeel. Tijdens het uitleggen van nieuwe informatie zijn leerlingen die informatie aan het verbinden met reeds aanwezige kennis. Dit benoem ik ook zo in de klas naar te kinderen als we bijvoorbeeld werken aan begrijpend lezen. Denkwijze en strategieën hardop verwoorden geeft ze steun en een goed voorbeeld. Leerkrachten werken ontzettend hard maar zijn ook eigenwijs, en soms angstig. Angstig voor vernieuwingen en veranderingen. Onderwijs, daar heeft iedereen een mening over, iedereen heeft onderwijs genoten, of werkt er als professional of je kinderen zitten op een school. Ach, je zou er een boek over kunnen schrijven… Deze week is het boek van Casper Hulshof en Pedro de Bruyckere op de deurmat gevallen Jongens zijn slimmer dan meisjes‘ en andere mythes over leren en onderwijs. Ik ben benieuwd naar welke mythes ik nog handel en of deze bewezen zijn in recent wetenschappelijk onderzoek. Dit maakt mij als leerkracht nog sterker en bewuster van de goede dingen nog beter doen. Dit boek gaat mee in de koffer naar Mallorca. In tegenstelling tot mijn gedachten is het stil geweest op Twitter. Af en toe is het fijn om eens alleen en rustig te bezinnen op de dingen die we doen en gehoord hebben. Even niets delen maar laten bezinken. Dat is inherent als je open en transparant bent, die feedback moet nog een plaatsje krijgen. Daar ga ik nog even over nadenken.

“Hallo Jos” hoor ik vanuit de gang. Het peinzen wordt ineens onderbroken door de ouders die op de gang staan en vragen of ze mogen binnenkomen. “Maar natuurlijk zeg ik” al lachend en vraag of ze iets te drinken lusten. Terug naar de orde van de dag. Een oudergesprek in datzelfde lokaal, met lege stoelen, wat hoopjes zand en papier op de grond en een verdwaalde liniaal tegen de plint.. drie kwartier later lopen we samen het lokaal uit. En inderdaad, ik had gelijk, het was een fijn gesprek.

Ik wens iedereen een fijne herfstvakantie en tot maandag 21 oktober dan ga ik er wederom met veel zin, openheid, enthousiasme en kracht tegenaan. Daar mag je mij aan houden.

– Jos