Deze blog begint met een video. Die is geniaal om te zien. Mag ik aan jullie voorstellen, van links naar rechts: Saila, Leena, Hannele, Veera, Noora, Ulriikka, Iida, Kaisa and Katriina uit 9th grade van de Yli-Lin Koulu school in Oulu.
Klik hier voor de vertaling
Zo. Een hele week ondergedompeld in het Finse onderwijs. Het is het tijd om de balans op te maken. Zo’n studiereis is natuurlijk geen eenrichtingsverkeer. Het onderwijs in Finland is anders georganiseerd, zowel op school- als op overheidsniveau. Die verschillen zijn heel duidelijk, toch zijn er ook overeenkomsten. Daarnaast zijn er onderdelen uit het Nederlandse onderwijs waar we heel trots op mogen zijn. Daar kunnen de Finnen dan weer iets van leren. Vandaar ook de bovenstaande video en de titel van deze blog.
Finland versus Nederland
Op het gebied van leiderschap, strategie en visie zijn we redelijk aan elkaar gewaagd denk ik. Vera en ik hebben vandaag van Jukka een presentatie gevolgd over leiderschap, strategie en visie. Ik zie veel overeenkomsten. Het is belangrijk om vanuit strategie en visie te vertrekken. Uitleggen waar de verandering voor is en wat het doel van de verandering dient te zijn. De aanpak die Jukka liet zien kent veel overeenkomsten met die van mij. Capacity building, strategische personeelsmanagement, competenties in kaart brengen, eigenaarschap bij de leerkrachten leggen, mensen enthousiasmeren en stimuleren, talenten van mensen zien en inzetten zodat er een dynamische en organische organisatie staat waar mensen graag willen werken.
Op het gebied van onderwijskwaliteit en differentiatie hebben we denk ik wederom een gelijkspelletje. Nederland doet het als klein land relatief goed (ook op basis van de PISA ranglijsten). We zijn goed in het differentieren en het bedienen van leerlingen die boven het gemiddelde uitsteken. Wij zijn duidelijk verder in ons denken over hoe om te gaan met kinderen die snel(ler) leren of wellicht hoogbegaafd zijn. Daar worstelen ze hier meer mee, dat is ook wel logisch als je bekijkt hoe ze hier differentieren en omgaan met verschillen tussen leerlingen. De grote kracht van de Finnen is daarmee ook gelijk hun achilleshiel. Convergente differentiatie, op late leeftijd selecteren en van de HELE groep hoge doelen stellen en hoge verwachtingen blijven houden. Zeker prettig voor kinderen die gemiddeld zijn of onder het gemiddelde zweven. Die worden daardoor uitgedaagd en daar hebben leerkrachten structureel hoge verwachtingen van (bijv. de JOPO-class antteert hetzelfde curriculum als de reguliere 9th graders). Maar daarmee vergeten ze wel de kinderen die meer uitdaging nodig hebben of sneller door de materie gaan. Aan de andere kant focussen wij ons te veel op de leerling die minder snel leert en houden wij van labelen/hokjesdenken.
Op het gebied van de zorg is Finland duidelijk verder. Er wordt echt vanuit inclusie gedacht. Dat is het uitgangspunt. Iedereen doet mee, ongeacht afkomst, status, thuissituatie of leermogelijkheden of – problemen. Zoals ik in mijn blog van gisteren schreef is er een 3 level systeem. Leerlingen die extra zorg nodig hebben ontvangen die zoveel mogelijk op school. Er is op deze school wekelijks een psycholoog beschikbaar, drie keer per week is er een schoolarts. Daarnaast zit Jukka met andere betrokken in een Wellfare council om de belangen van leerlingen te behartigen. En niet geheel onbelangrijk, er is een wet die aangeeft dat kinderen recht hebben op goede zorg en onderwijs. Jukka gaf daarbij als voorbeeld dat wanneer ouders niet willen meewerken aan een traject dat de school als zinvol ziet, ze dat gewoon mogen uitvoeren. De school heeft hierin de beslissende stem. Dat is wel een groot verschil. De medewerkers van de school worden gezien als expert, ook door ouders. Maar in gevallen waarbij ouders zorg onthouden, in welke vorm dan ook, mag de school doorpakken. Jukka zei het mooi: “When parents don’t co-operate in the interest of their child. Then they are acting as one.”
Op het gebied van ouders wint Nederland wel duidelijk. Het concept Educatief Partnerschap is hier nog onontgonnen gebied. Daar kunnen ze zeker wat van ons leren. Ook in Nederland is dat nog niet zoals het hoort, maar wij zijn wel beter in het betrekken van ouders bij de ontwikkeling van kinderen. Ouders zijn meer zichtbaar in de school en worden als partner, in welke vorm en frequentie dan ook, betrokken bij de school. Ook vanwege de demografische kenmerken is het lastig voor ouders om hun kinderen naar school te brengen of er überhaupt te zijn. Hier wint Nederland duidelijk.
Op het gebied van financien zijn we redelijk gelijk aan elkaar. Maar Finland heeft betere extra voorwaarden. Er is een soortlijk lumpsum systeem, de financiering per leerling ook (€ 5.600). Dat geeft een school ongeveer dezelfde mogelijkheden als in Nederland. Er is alleen veel meer personeel aanwezig op een school. Dat viel mij wel op. Na doorvragen gaf Jukka aan dat veel extra personeel (psycholoog, en fulltime co-teacher, schoolmaatscheppijk werk en decaan) door de gemeente worden gesubsidieerd. Soms volledig (!) soms deels. Daarnaast worden ook speciale, uitdagende, taken door de gemeente gefiancieerd. Wij kennen de functiemix (LB-leerkracht bijvoorbeeld) en is verankerd in de CAO. Hier is het een co-constructie met de bonden en de gemeente. Jukka heeft een aantal expertises nodig in zijn school. Bijvoorbeeld een ICT-er, een adjunct-directeur, 4 teamleiders, 1 co-teacher etc. die leerkrachten die zo’n taak uitvoeren ontvangen daarvoor een maandelijkse toelage van € 50 a € 150 per persoon. Afhankelijk van de zwaarte en de verantwoordleijkheid van de taak. Doordat Jukka de kosten daarvoor niet uit zijn reguliere begroting hoeft te halen, houd je meer over aan het einde van de streep. Ook hier wint Finland.
Last but not least, de overheid. Leerkrachten die lesgeven in het Finse onderwijs geniet een hoge mate van pedagogische autonomie. Dat lijkt een paradox als je kijkt naar hoe de overheid en de gemeente stuurt. Scholen worden opgericht als lokale scholen door de overheid en alle kinderen in een bepaald gebied gaan daar heen. Zo voorkom je scheve populatie en verklein je onderwijsongelijkheid. Hierdoor krijgt ieder kind dezelfde kans om zichzelf te ontwikkelen. Daarnaast is het curriculum door de overheid vastgelegd en op iedere school hetzelfde, zelfs op privé scholen. Ook stuurt de overheid door het onderwijs gratis te maken op ALLE niveaus, zelfs voor een doctoraat. In Nederland is er een moeras ontstaan van toezichthouders, inspectie van het onderwijs, vakbonden, sectorraden, akkoorden, ambtenaren etc. Dat creëert zoveel extra lagen, daarnaast blijft daar ontzettend veel geld hangen. Dat geld moet naar de werkvloer. Kortom hier wint Finland weer.
Voor mijn gevoel staan we redelijk gelijk in het onderwijs. Maar met name door het laatste aspect, de rol van de overheid maakt het in Finland ook makkelijker om goed onderwijs te geven. Jukka wordt als directeur in ieder geval niet belemmerd met onzinnige regels, wetten of andere administratieve onzin. Dat werkt wel heel stimulerend, veranderingen zijn hier gemakkelijker te maken omdat er een goede basis ligt en de randvoorwaarden zijn in orde. Ik neem ontzettend veel mee van deze reis naar Nederland. De titel moet je lezen met een knipoog. Het is natuurlijk geen wedstrijd,. Integendeel zelfs, we hebben elkaar nodig. misschien roept het dat bij je op als je dit zo leest. Ik heb er voor gekozen om het op deze manier even op een rijtje te zetten, omdat ik de hele week dingen heb gezien. Je gaat toch vergelijken.
Vanavond nemen wij Jukka en het team mee uit eten om hem te bedanken voor deze week en de gastvrijheid. We overhandigen hem ook een uitnodiging om naar Nederland te komen. Dit is in de vorm van een cadeau (het boek The Dutch Way in het Engels). We hopen dat ze deze uitnodiging aannemen en snel naar Tilburg komen. Dit is een waardevolle week geweest met ontzettend veel inspiratie. Maar wij kunnen in Nederland ook veel mooie voorbeelden laten zien van schitterend onderwijs. De Finnen hebben ons nodig en wij hen. We kunnen het niet alleen, en dan is het een geruststelling en een fijn gevoel om te weten dat we er goede vrienden bij hebben gekregen om onze dromen te verwezenlijken.
Hei hei!
Ha Jos,
wat een sterke blog! Wat een kennis hebben jullie opgedaan deze week.
En wat ontzettend fijn om mee te mogen lezen. DANK, DANK!
Fijne terugreis.
Tot volgende week,
groet Wilma