Het is vrijdag, half 11 en een collega komt mijn lokaal binnenlopen om mijn groep over te nemen. Vandaag staan er een aantal portfoliogesprekken gepland met kinderen. Ik vertel aan de kinderen dat ik niet meer in de klas aanwezig ben omdat ik met zes kinderen portfoliogesprekken ga voeren, mijn collega loopt de groep in en gaat aan de slag met de kinderen. Met een gerustgesteld gevoel loop ik met zes portfoliomappen onder mijn arm geklemd richting de spreekkamer waar de gesprekken plaats gaan vinden.
Eén dag eerder hebben de kinderen individueel de lijnen van het portfolio ‘gescoord’. De kinderen zetten dan zelf een streep op een leerlijn, een pijl die loopt van ‘starter’ naar ‘expert’. De kinderen vullen drie ontwikkelingslijnen in en drie leerlijnen. De ontwikkelingslijnen bestaan uit gedrag, werkhouding en samenwerking. De leerlijnen bestaan uit de vakgebieden inclusief motoriek en het kernconcept. Die mogen ze zelf kiezen. Een dag voor het portfoliogesprek begint vul ik ook alle ontwikkelings- en leerlijnen in. Ik vind het erg knap dat de kinderen zo goed zelf kunnen inschatten waar ze zich bevinden op de leerlijn. Wel zie ik dat enkele kinderen het nog moeilijk vinden om de leerlijn te interpreteren.
Goed, ik loop samen met de eerste leerling uit mijn groep naar de spreekkamer en ga daar zitten. De andere mappen zet ik even weg en de map van de leerling leg ik open. Ze is razend benieuwd waar ik de streepjes heb gezet op de lijnen. Ik laat haar even door haar portfolio bladeren en daarna begin ik met het stellen van vragen. We starten het gesprek met het uitspreken van verwachtingen. Deze leerling kan erg goed aangeven waar ze in gegroeid is, wat ze nog moeilijk vindt en wat ze nog graag wil leren. De lijnen waar we allebei een streepje hebben gezet worden besproken. Ik vraag: ‘Hoe komt het dat je de streep daar neer hebt gezet?’ Ik wijs de leerlijn aan waar de streep staat. Ze vertelt dat ze naar de doelen heeft gekeken en vertelt dat ze de laatste toets (cito rekenen) goed had gemaakt. Na deze onderbouwing bespreek ik een aantal expertdoelen die op het blad staan. Ik vertel waarom ik het streepje wat verder naar expert heb gezet en ze zegt meteen ‘Ik denk dat ik mezelf heb onderschat, ik mag hem wel wat verder zetten.’ Zo bespreken we nog een aantal lijnen waarbij de leerling steeds vertelt waarom het streepje op een bepaalde plek staat. Ook bekijken we samen het bewijsmateriaal dat ze verzameld heeft. We komen tot de conclusie dat er nog niet veel bewijsmateriaal achter de leerlijnen zit. Ik vraag of we hier iets over kunnen afspreken. ‘Ik ga meer bewijsmateriaal zoeken en in mijn portfolio doen.’ zegt ze.
Zo bespreek ik ook met de andere vijf leerlingen het portfolio. Dit zijn stuk voor stuk mooie en waardevolle gesprekken. In een persoonlijk gesprek, één-op-één, krijg je een schat aan informatie en mooie uitspraken te horen. Je krijgt nog meer inzicht in wat een kind kan, wat hem of haar triggert en nog wil leren. Wanneer ik met een leerling haar gedrag bespreek geeft ze aan: ‘Vorig jaar was ik heel snel boos door vervelende opmerkingen. Nu veel minder en kan ik de boosheid tegenhouden.’ Als ik vraag hoe ze dat geleerd heeft geeft ze aan: ‘De kanjertraining heeft me groot gebracht.’ Ook heb ik in portfoliogesprekken meegemaakt dat kinderen heel mooi kunnen reflecteren over onze visie en schoolconcept. Een leerling geeft aan dat hij het prettig vindt om bij ons op school te zitten. Als ik vraag waarom hij dat vindt, zegt hij: ‘Ja, hier op school leren we anders dan op andere scholen. Hier gebeurt alles ook op een spelende manier. Dat is leuk. We leren ook met brede opdrachten.’
Portfoliogesprekken zoals we die dit schooljaar voor het eerst voeren zijn enorm waardevol. We hebben het portfolio ingrijpend veranderd en ik ben daar heel blij mee. Op dit moment heb ik met 11 kinderen een portfoliogesprek gevoerd. Ook heb ik al met enkele kinderen het gesprek met ouders gevoerd. In die gesprekken bespreken we waardevolle zaken die gaan over het kind én zijn of haar ontwikkeling. Ik blijf het knap vinden hoe goed kinderen kunnen praten over hun gedrag en schoolse vaardigheden. Ik wil nog heel lang en veel portfoliogesprekken voeren om er zelf beter in te worden en kinderen inspraak en inzicht te geven in hun eigen ontwikkeling. Samen met het kind én ouders.
Wanneer ik terugloop naar de klas en de zes mappen op de kast zet vraagt een nieuwsgierig kind: ‘En hoe was het gegaan?’ Ik vertel dat ik hele mooie gesprekken heb gevoerd met deze kinderen en ik trots op ze ben. Waarop hij zegt: ‘Ik wil de volgende keer aan de beurt zijn.’
Een aantal dagen later heb ik het verslag uitgetypt en vraag ik of de leerling naast mij komt zitten om het verslag door te lezen. Ik zeg: ‘Lees het verslag even goed door en vertel maar of ik het zo goed heb opgeschreven. Als er iets bij of af moet hoor ik dat graag.’ Ze leest aandachtig het verslag van ons gesprek. Met een glimlach zegt ze: ‘Ik heb goed werk geleverd.’ Ik zet er een handtekening op en zij ook. Tevreden en vol trots geeft ze het verslag en plekje in háár portfolio. Ik kijk haar glimlachend aan en denk: Ik heb het mooiste beroep van de wereld.
Recente reacties